Zorgbehoefte. Een raar woord vind ik dat. Ik ken eigenlijk niemand die uit zichzelf dat woord gebruikt. Ik ken ook geen vergaderingen waar als vierde agendapunt steevast even de zorgbehoeften in kaart worden gebracht. Ik vind het ook een beetje een vies woord. Alsof je op het toilet iets in de pot hebt zien liggen wat je zorgen baart en dat je dan de woonkamer binnenkomt en zegt dat je je zorgbehoefte hebt gedaan.
Zorgbehoefte. Hoe vaker ik het typ, hoe meer vervreemdend het ook klinkt. Het is duidelijk een woord uit het parallelle universum van de beleidsmakers. In die wereld bestaan mondige zorgconsumenten die zorgbehoeften kunnen formuleren en die op basis van marktanalyse de juiste zorgaanbieder kunnen kiezen. In dat universum komen ook lege hulzen voor als steakholders (een barbecuetang?), de zorgketen (ambtsketting die bijna stuk is?), regeldruk (ook zo’n toiletwoord) enzovoorts. Zo kan er in een krant zomaar de volgende zin staan: ‘In overleg met alle steakholders uit de zorgketen is een taskforce ingesteld om de regeldruk op de professionals aan te pakken.’ Je zou er een zorgjargonbingo van kunnen maken. Het is allemaal vast goedbedoeld, maar zoals vaak bij beleidstaal nogal losgezongen van de werkelijkheid.
Zorgbehoefte. Hoe vaker ik het typ, hoe meer vervreemdend het ook klinkt
– Tim van Wijngaarden
Ik ben net weer vader geworden en onze baby is de vleesgeworden zorgbehoefte. Ze wil gestreeld, gezoogd en verschoond worden. Geen moment hebben mijn vrouw en ik overwogen om met alle steakholders de zorgbehoefte van onze baby in kaart te brengen. Het is allemaal doodeenvoudig: je moet voor elkaar zorgen en dat zit domweg in mensen. Zelfs zoonlief laat zijn LEGO staan om met de baby te knuffelen. Feit is alleen dat we dat snel afleren; sterke autonome mensen die voor zichzelf zorgen zijn het ideaal. Het vragen om zorg is dan een teken van zwakte en voilà; we delen ons verdriet en angst niet, totdat we zo hard onderuitgaan dat de zorgprofessional in actie moet komen en vraagt wat onze zorgbehoefte is. ‘Ik heb het veel te druk’, verzuchtte de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter en zijn analyse is verrassend helder: erken dat autonomie is doorgeslagen, erken ook dat je soms iemand nodig hebt en zoek die ander op. Fysiek: streel elkaar en sla een arm om iemand heen. Dat voorkomt veel psychische problemen. ‘Typisch geval van informele-bilaterale- zorgbehoefteformulering in intervisiesetting’, kwaakt een beleidsmaker. Potsierlijk prietpraat. Het is gewoon mens zijn.
Tim van Wijngaarden
Tim (1979) is getrouwd en vader van vier kinderen. In zijn vrije tijd werkt hij als docent in het middelbaar onderwijs en als cabaretier (Timzingt).
www.timzingt.nl